Wilhelmus Hendricus Pommerel
Grafvak:
8
geboren: 20 maart 1894 in Amsterdam
overleden: 6 april 1945 in Limmen, 51 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: PEN-inspecteur 2e klasse in Hoorn
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
Pax. Rust in de aarde waarop gij viel, wij uw voorbeeld, God uw ziel
Achtergrond
Willem Pommerel werkte als inspecteur bij het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland (PEN).
Verzetsactiviteiten
Pommerel was lid van de Ordedienst (OD), een illegale organisatie die voor een deel is ontstaan in militaire kringen en later van de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij was actief betrokken bij het aanleggen van illegale telefoonverbindingen voor het verzet. Aan zulke verbindingen was grote behoefte, omdat bij het Rijkstelefoonnet een Duitse Einsatzleiter, Duitse telefonisten en enkele ‘foute’ Nederlanders zaten.
Voor dit clandestiene telefoonnet werden aanvankelijk de ‘binnenlijnen’ van het PEN gebruikt. Later werden ook andere kabels en luchtlijnen gebruikt en vanaf begin 1945 inductorverbindingen van het PEN, omdat toen de levering van elektriciteit wegviel. Het net bestreek uiteindelijk een groot gebied in Noord-Holland en reikte tot Amsterdam en Haarlem.
Pommerel zorgde ook voor de illegale stroomvoorziening van radio-luisterposten en illegale drukpersen in West-Friesland en werkte mee aan het wegpompen van 2000 liter benzine, die door de bezetter in beslag was genomen. De benzine werd vervolgens door het verzet gebruikt voor wapen- en voedseltransporten per boot. In zijn woning in Hoorn hielden verzetsgroepen vergaderingen.
Arrestatie en moord
Op 10 februari 1945 werd een agent van het Bureau Bijzonder Opdrachten (een geheime dienst van de Nederlandse regering) in Wognum gearresteerd. Men trof bij hem een lijst met telefoonnummers aan, waaronder dat van Pommerel. Drie dagen later werd hij door leden van de Landwacht (een pro-Duitse Nederlandse paramilitaire organisatie) in Hoorn aangehouden. Na gevangenschap in Alkmaar werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 6 april 1945 werd Pommerel gefusilleerd met negen andere verzetsmensen als represaille voor het doden van een jonge Duitse militair in Limmen. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.