top of page
Sjoert Christianus Pieter Schwitters

Sjoert Christianus Pieter Schwitters

Grafvak:

17

geboren: 13 mei 1912 te Sloten in Noor-Holland
overleden: 31 maart 1945 in Amsterdam, 32 jaar oud
burg. staat: gescheiden
beroep: ontwerper en schrijver in Amsterdam en Blaricum
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 3

Achtergrond

Sjoert Schwitters was lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Hij had een opleiding voor ontwerper aan de Haagse Academie en begon zijn carrière in Amsterdam, als ontwerper voor hij het maandblad International Textiles. Vanaf oktober 1939 tot april 1942 werkte hij voor de sociaaldemocratische uitgeverij De Arbeiderspers als technisch opmaker en redacteur van het geïllustreerde weekblad Wij, Ons werk, ons leven.


Vanaf mei 1942 werkte Schwitters zelfstandig. Hij schreef kinderboeken en radiohoorspelen voor kinderen.


Medio 1943 liet Schwitters zijn half-Joodse, zwangere echtgenote en zoontje in Amsterdam achter en verhuisde naar Blaricum. Hier ging hij samenwonen met zijn vriendin. Mogelijk speelde het onttrekken aan de arbeidsinzet een rol bij deze beslissing.

Verzetsactiviteiten

Schwitters was niet bijzonder actief in het verzet. Hij verleende incidenteel hulp aan Joodse landgenoten door hen onder te brengen bij zijn moeder en zijn ex-vrouw met wie hij contact bleef houden.

Arrestatie en moord

Op 31 januari 1945 werd Schwitters in Blaricum aangehouden tijdens het doorzoeken van een groot aantal woningen op zoek naar een geheime zender. Toen men bij hem aan de deur kwam, werd hem onder meer gevraagd of hij communist was; vijanden van de Nazi’s. Hij verstond of begreep de vraag niet goed en antwoordde bevestigend. Hierop werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 31 maart 1945 werd hij naar de Amsteldijk gebracht en daar met vier verzetsmensen gefusilleerd. De fusillade was een represaille voor het bevrijden door een knokploeg van een aantal gearresteerde jongemannen die illegaal bomen hadden omgezaagd. Hierbij waren enkele Duitse soldaten gewond geraakt. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page