top of page
Rut van Veenendaal

Rut van Veenendaal

Grafvak:

25

geboren: 2 mei 1921 in Soest
overleden: 16 februari 1944 in Amsterdam, 22 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: machinist bij de koopvaardij
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 5

Openb. 2:27

Achtergrond

Rut van Veenendaal werkte voor de oorlog als machinist bij de koopvaardij.

Verzetsactiviteiten

In 1941 sloot Van Veenendaal zich aan bij de Ordedienst, een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Hij verleende vanaf 1942 hulp aan onderduikers. Eerst deed hij dit zelfstandig in zijn woonplaats Soest. Vanaf begin 1943 werkte hij samen met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Hij was onder meer betrokken bij het maken van valse stempels voor persoonsbewijzen.


In de loop van 1943 werd Van Veenendaal door de LO-leiding naar Tiel gezonden om de LO-activiteiten in de Betuwe te organiseren. Vanaf februari 1943 verspreidde hij daarnaast het illegale gereformeerde blad Trouw.


Hij werd in de zomer van 1943, net als zijn oudere broer Beer, lid van de knokploeg Soest. Tussen september 1943 en januari 1944 pleegde deze knokploeg overvallen op de gemeentehuizen van Maartensdijk, Kesteren en Ochten en op distributiekantoren in Geldermalsen, Ochten en Tilburg.

Arrestatie en moord

Rond 10 januari 1944 werd Het Duikje door verraad van een in de buurt werkende dienstbode overvallen door de Sicherheitspolizei (Sipo). Het Duikje was een diep in het bos bij Lage Vuursche gelegen blokhut die verzetsmensen uit Soest, Baarn en Bilthoven gebruikten als onderkomen voor onderduikers en bewaarplaats voor wapens en munitie.


De aanwezige verzetsmensen wisten te ontkomen, maar er werd een namenlijst en foto’s van verzetsmensen gevonden. Hierdoor kon de Sipo verschillende verzetsmensen, onder wie Van Veenendaal, in de nacht van 11 op 12 februari 1944 arresteren.


Op 15 februari werd Van Veenendaal in het gemeentehuis van Soest door een Polizeistandgericht met twee andere verzetsmensen ter dood veroordeeld. De volgende dag werd hij in Amsterdam met vijf anderen gefusilleerd en op bevel van de Duitsers provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page