Matthijs Verkuil
Grafvak:
5
geboren: 18 juni 1895 in Haarlemmermeer
overleden: 15 december 1944 in Amsterdam, 49 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: bedrijfsleider in Badhoevedorp
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 1
Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen, wat zou mij de mensch doen?
Achtergrond
Verkuijl was vanaf het begin van de oorlog actief in het verzet.
Verzetsactiviteiten
Verkuijl (‘Pa’) hield zich in de eerste oorlogsjaren als medewerker van de groep Erkens bezig met spionageactiviteiten. Zijn oudste zoon was ook lid van deze groep.
Vanaf 1942 verstrekte hij onderdak, voedsel en geld aan onderduikers. Zijn woning in Rotterdam-Hillegersberg diende enige tijd als hoofdkwartier van de landelijk sabotagecommandant en vormde een uitvalsbasis voor leiders van knokploegen in de regio.
In de winter van 1943-1944 werd Verkuijl bedrijfsleider van grasdrogerij Veevita in Badhoevedorp. In samenwerking met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers hield hij zich al snel ook hier bezig met hulpverlening aan onderduikers.
Na zijn verhuizing naar Badhoevedorp werd Verkuijl de leidende figuur en ‘ziel’ van het verzet in de regio. Zijn bedrijf diende als hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten in Badhoevedorp. Er werden voedselvoorraden en gedropte wapens opgeslagen, schietoefeningen gehouden en het was een verzamelplaats en tijdelijke schuilplaats voor KP’ers uit de Haarlemmermeer en Hillegom.
Arrestatie en moord
De Sicherheitspolizei (Sipo) viel op 24 november 1944 zijn woning binnen door verraad van de gearresteerde knokploegcommandant Bitter. Bitter was uit angst voor zijn eigen leven voor de Sipo gaan werken en gaf verschillende verzetsmensen aan.
Bij de inval werden alle aanwezigen, onder wie zijn vrouw, twee zoons en twee dochters gearresteerd. Verkuijl en zijn oudste zoon, die bij toeval bij zijn ouders was, werden naar het Huis van Bewaring in Amsterdam gebracht en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. Zijn vrouw, jongste zoon en dochters werden veertien dagen later vrijgelaten.
Verkuijl en zijn zoon werden op 15 december 1944 met een andere verzetsman aan de Haarlemmerweg in Amsterdam gefusilleerd, als represaille voor een sabotage-aanslag op de spoorlijn aldaar. Hun lichamen werden provisorisch begraven in een gezamenlijk graf in de duinen bij Overveen. De verrader Bitter werd op 27 december 1944 door het verzet vermoord.