Marinus Vaumont
Grafvak:
40
geboren: 6 februari 1896 in Haarlem
overleden: 25 juli 1944 in Haarlem, 48 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: rentenier in Heemstede
geloof: geen
vindplaats: urn in algemene nis te Driehuis-Westerveld
Niet wat wij dragen maar hoe wij het dragen maakt ons tot helden
Achtergrond
Marinus Vaumont woonde als rentenier in Heemstede. Hij had zijn kapitaal verdiend als hotelbeheerder op Curaçao, waarvan hij in 1939 terugkeerde.
Verzetsactiviteiten
Vaumont was vanaf het begin van de bezetting in Haarlem en omgeving, en na enige tijd in een groot deel van Noord-Holland, betrokken bij het geven van financiële steun aan zeemansvrouwen wier mannen onder geallieerde vlag voeren. Iedere twee maanden werd uit de zogenaamde ‘Zeemanspot’ een bedrag van ca. 14.000,- gulden verspreid onder 500 vrouwen en kinderen.
Vaumont hielp ook (Joodse) onderduikers met onderduikadressen, geld en bonkaarten. Hij deed dat eerst individueel en met eigen geld. In 1943 ging hij over naar een georganiseerd verband en werd leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers in Heemstede.
Begin 1944 kwam hij tot de conclusie dat het door gevaarlijke activiteiten van enige provocateurs in Haarlem nodig was een knokploeg te vormen. Met deze ploeg bereide hij een overval voor op het distributiekantoor in Hoofddorp, maar die moest op het laatste moment worden uitgesteld.
Arrestatie en moord
Op 25 juli 1944 organiseerde hij, onder het motto ‘geen hand voor de Duitse oorlogsindustrie’, een overval op het politiebureau in Heemstede om vijf jongemannen te bevrijden. Zij waren gearresteerd omdat zij zich onttrokken hadden aan de arbeidsinzet.
Tijdens de bevrijdingsactie, die ten dele mislukte, werd Vaumont op straat als een mogelijk medeplichtige aangehouden. Hij probeerde te vluchten, maar werd neergeschoten door de Heemsteedse politieman die hem had aangehouden. Hij raakte zwaar gewond en overleed aan het eind van de middag in het Diaconessenhuis in Haarlem.
Op last van de Sicherheitspolizei werd zijn lichaam in een verzegelde kist naar het crematorium Driehuis-Westerveld overgebracht en gecremeerd. De urn werd in een algemene nis geplaatst. Op 13 december 1947 werd de urn met zijn asresten bijgezet in grafvak 40 op de Eerebegraafplaats, samen met die van enige van zijn knokploeg-genoten die ook waren gecremeerd.