top of page
Marinus Post

Marinus Post

Grafvak:

26

geboren: 3 augustus 1902 in Hollandscheveld bij Hoogeveen
overleden: 17 november 1944 in Alkmaar, 42 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: landbouwer, veehouder en veehandelaar in Kampen
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 1

De Heere regeert

Achtergrond

Marinus Post betrok in mei 1940 zijn nieuwe boerderij in de buurt van Kampen.

Verzetsactiviteiten

Vanaf de zomer van 1942 verleende Post hulp aan tientallen Joodse landgenoten. Hij haalde hen over onder te duiken en zorgde voor onderdak in zijn woning en bij boeren op het Kampereiland.


In de nacht van 26 op 27 juli 1943 werd de boerderij overvallen door de Kampense politie onder leiding van een NSB-korpschef. Tijdens een schietpartij wist Post, die in zijn onderbeen werd geraakt, te ontsnappen. Zijn echtgenote en zeventienjarige zoon Jan werden gearresteerd en verbleven tot de bevrijding in de concentratiekampen Vught, Ravensbrück en Dachau. De Joodse onderduikers werden ontdekt in een schuilhut achter de boerderij en weggevoerd. Vijf dagen later brandde de boerderij af.


Post dook enige tijd in Barendrecht onder en verbleef daarna meestal in Leiden. Van eind 1943 tot midden 1944 was hij actief in knokploegen. Eerst in die van zijn jongere broer Johannes en vanaf januari 1944 als hoofd van zijn eigen knokploeg. Hij was betrokken bij meer dan tien overvallen op distributiekantoren en gemeentehuizen in Zuid-Holland, Gelderland en Overijssel. Een deel van de buitgemaakte bonkaarten werd ter beschikking gesteld van het illegale blad Trouw.

Arrestatie en moord

Op 20 oktober 1944 werd Post in Amsterdam gearresteerd. Hij was met een pistool en een handgranaat door leden van de Grüne Polizei slapend aangetroffen in een schuurtje van een woning aan de Amstel, enkele uren nadat in een belendend pand een vuurgevecht had plaatsgevonden tussen twee leden van zijn knokploeg en een gewond geraakte Duitse bewaker. In de vier weken daarna werd hij zwaar ondervraagd. Ondanks mishandelingen liet hij niets los en wist zelfs zijn valse naam vast te houden. Uiteindelijk werd hij op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 17 november 1944 werd Post als represaille voor de moordaanslag op Rottenführer Meijer, die had geprobeerd te infiltreren in het verzet, met vier anderen in Alkmaar gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.

bottom of page