top of page
Koenraad Limperg

Koenraad Limperg

Grafvak:

18

geboren: 19 juli 1908 in Amsterdam
overleden: 1 juli 1943 in het duingebied bij Overveen, 34 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: architect in Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5

En moest ik het nog eens beleven, ik zou die weg weer gaan, een stem uit de boeien gestegen spreekt van wat eens zal bestaan. Louis Aragon

Achtergrond

De architect Koen Limperg was in de lente van 1942 medeorganisator van een actie onder architecten om zich niet te melden bij de Kultuurkamer. Bij deze kamer moesten alle kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten zich aansluiten, wilden zij hun beroep blijven uitoefenen.

Verzetsactiviteiten

Na zijn actie tegen de Kultuurkamer werd Limperg lid van een verzetsgroep rond Van der Veen en Sandberg. Deze groep gaf onder meer financiële steun aan kunstenaars die principieel weigerden om lid te worden van de Kultuurkamer. Limperg zamelde geld in voor ondergedoken beeldend kunstenaars, verleende hulp aan Joodse onderduikers door het vervalsen van persoonsbewijzen en werkte mee aan het illegale blad De Vrije Kunstenaar, dat vanaf mei 1942 verscheen.


In het voorjaar van 1943 was hij betrokken bij de voorbereiding van de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister, waarbij de persoonskaarten van ca. 10% van de Nederlandse bevolking vernietigd werden. Ter voorbereiding van de aanslag ging Limperg steeds met een ‘nieuwe’ vraag het gebouw van het bevolkingsregister binnen en tekende op basis van deze bezoeken de benodigde plattegronden.


Na de aanslag verleende Limperg in zijn woning onderdak aan twee deelnemers. De volgende ochtend eerde hij hen bij het ontbijt met een bonbon, die omringd was met een groene krans met het opschrift De Helden. De bij de aanslag gebruikte politie-uniformen verbrandde hij in zijn cv-ketel, de wapens begroef hij in de tuin.

Arrestatie en moord

Op 22 april 1943 werd Limperg in Bussum in verband met zijn betrokkenheid bij de aanslag op het Bevolkingsregister gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam. In juni 1943 werd hij door een SS- und Polizeigericht, met elf anderen die aan de aanslag hadden deelgenomen, ter dood veroordeeld. Op 1 juli 1943 werden zij gefusilleerd in de duinen bij Overveen.

bottom of page