Johannes Gesinus Smitt
Grafvak:
38
geboren: 4 juli 1910 in Amsterdam
overleden: 8 maart 1945 in Amsterdam, 34 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: scheikundig ingenieur bij Bataafsche Petroleum Maatschappij in Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 3
Ik leef en gij zult leven. Joh. 14:19
Achtergrond
Hans Smitt werkte als scheikundig ingenieur in het laboratorium van de Bataafsche Petroleum Maatschappij in Amsterdam. In juli 1940 werd hij op wachtgeld gesteld. Hij zette een eigen laboratorium op voor het maken van zoetmiddelen en geneesmiddelen en ging chemicaliën importeren.
Verzetsactiviteiten
Vanaf 1941 verleende Smitt individueel hulp aan Joodse landgenoten. In de loop van de oorlog probeerde hij vergeefs lid te worden van een verzetsgroep. Het verzet was huiverig hem op te nemen, omdat hij door een ‘zoetstofaffaire’ diverse malen in moeilijkheden was gekomen. Hij was hiervoor gearresteerd en had een hoge boete gekregen.
In september 1944 kon hij uiteindelijk lid worden van het V-Leger, een in Velsen actieve verzetsorganisatie. Voor deze groep verzamelde hij, onder andere in de haven van IJmuiden, enige militaire inlichtingen.
Arrestatie en moord
Op de avond van 23 februari 1945 werd Smitt met een andere lid van het V-Leger door de ‘foute’ politieagenten Kipp en Langendijk in zijn woning in Santpoort gearresteerd. Als gevolg van deze arrestaties werden een week later vijf leden van de verzetsgroep opgepakt. Smitt werd op 2 maart overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 8 maart werd hij als represaille voor de - overigens onbedoelde - aanslag op de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter met 52 andere mannen, onder wie medeleden van zijn verzetsgroep, bij de Amsteldijk gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in massagraven in de duinen bij Overveen.