Johan Theodoor Jozeph Janssen
Grafvak:
28
geboren: 21 maart 1921 te Bandoeng in Nederlands-Indië
overleden: 4 januari 1945 in Hoorn, 23 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: 2e stuurman in Delfzijl en leerling School voor Radiotelegrafie in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 1
R.I.P. Rust zacht lieve jongen
Achtergrond
Jan Janssen werd in september 1944 in Amsterdam lid van de Compagnie Persoonsbewijzencentrale van het bataljon Three Castles van de Binnenlandse Strijdkrachten.
Verzetsactiviteiten
Janssen hield zich vooral bezig met het schoonmaken, in elkaar zetten en vervoeren van gedropte wapens.
Arrestatie en moord
Op 27 november 1944 stond een Nederlandse chauffeur van de Sicherheitspolizei (Sipo) te wachten op zijn superieuren bij het pand aan de Keizersgracht waar het PBC-hoofdkwartier was gevestigd. Toen hij drie ‘verdachte’ personen zag aankomen, waarvan er één het pand betrad, verhoorde de bewapende chauffeur de twee anderen. Eén van hen wist te ontsnappen, waarbij geschoten werd. Naar aanleiding hiervan vielen enkele gealarmeerde Sipo-medewerkers het huis binnen en arresteerden de aanwezigen.
Omstreeks twaalf uur bracht Janssen, nietsvermoedend, op een met een zeil afgedekte bakfiets een grote hoeveelheid wapens van een wapendepot naar het zojuist bezette PBC-gebouw. Hij werd door de nog aanwezige Sipo-agenten gearresteerd en onder mishandelingen verhoord. Men wilde weten waar hij de wapens had opgehaald. Hierna werd hij ingesloten in het Huis van Bewaring en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 4 januari 1945 werd hij met vier anderen in Hoorn gefusilleerd. Het betrof een represaille voor de liquidatie van de NSB-er en Landwachter Herlé die ook een V-mann bleek te zijn. Een V-mann is een Vertrauensmann die infiltreerde in verzetsgroepen om deze te verraden. Met zijn lotgenoten werd Janssen begraven in de duinen bij Overveen.