top of page
Johan Pardoen

Johan Pardoen

Grafvak:

21

geboren: 20 maart 1920 in Rotterdam
overleden: 15 april 1945 in Sint Pancras, 25 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: slagersknecht in Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 3

Hij gaf wat hij geven kon, zijn leven

Achtergrond

Johnnie Pardoen was communist en lid van de Communistische Partij Nederland (CPN) en de Vereniging Vrienden der Sovjet-Unie. Hij werkte vanaf september 1938 als slagersbediende bij een slagerij en poeliersbedrijf in Amsterdam. De Joodse eigenaar moest zijn activiteiten in 1941 in het kader van het uitstoten van Joden uit het bedrijfsleven op last van de bezetter beëindigen. De zaak werd vervolgens in handen gegeven van een NSB’er.

Verzetsactiviteiten

Onder het bewind van de NSB-er bleef Pardoen in een filiaal van het bedrijf werken. Hij trachtte op diverse manieren de zaak te saboteren door het achterhouden van bonnen en voorraden. Eind 1943 pachtte hij het filiaal in een poging het voor liquidatie te behoeden.


Pardoen had vanaf 1943 een onderduiker in zijn woning en verleende vanuit de slagerij voedselhulp aan derden. In juli 1943 was hij betrokken bij de illegale begrafenis in een volkstuintje in Amsterdam van de Joodse schoonmoeder van zijn vader.


In september 1944 trad hij toe tot de Binnenlandse Strijdkrachten in Amsterdam en kreeg instructie in het gebruik van diverse wapens.

Arrestatie en moord

Nadat bij een inval door de Sicherheitspolizei in de woning van een pelotonscommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten een groot aantal identiteitsplaatjes was aangetroffen, die voor na de bevrijding bedoeld waren, vonden in de vroege ochtend van zondag 8 april 1945 op diverse adressen in Amsterdam invallen plaats. Het adres van de pelotonscommandant was door een gearresteerde verzetsman doorgegeven.


Pardoen werd genoemd op één van de identiteitsplaatjes en in zijn woning aangehouden. Hij werd ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Een week later werd hij met negentien andere verzetsmensen in Sint Pancras doodgeschoten als represaille voor een aanslag op een trein van het Duitse leger. De lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page