top of page
Johan Albert Moltzer

Johan Albert Moltzer

Grafvak:

21

geboren: 3 januari 1918 in Hilversum
overleden: 15 april 1945 in Wormerveer, 27 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: student rechten in Leiden en correspondent voor Likeurstokerij ’t Lootsje der Erven Lucas Bols in Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 3

Gevallen voor de bevrijding van zijn vaderland

Achtergrond

Hans Moltzer woonde met zijn gescheiden moeder in Duitsland. In 1936 werd hij uitgewezen wegens belediging van de Führer. In 1938 ging hij, na in Zwitserland staatsexamen te hebben gedaan, rechten studeren in Leiden. In de mobilisatietijd volgde hij een officiersopleiding bij de cavalerie.


Na de capitulatie in mei 1940 trad hij in dienst bij de firma Bols in Amsterdam, waar zijn vader eigenaar en president-directeur van was. In 1942 en 1943 werd Moltzer door de Sicherheitspolizei gearresteerd, maar beide keren na enige dagen met jenever ‘vrijgekocht’. Hierna deed hij, net als eerder zijn broer Ernst, enkele mislukte pogingen tot Engelandvaart.

Verzetsactiviteiten

Begin 1944 werd Moltzer lid van een verzetsgroep van de Ordedienst (OD) in Amsterdam-Zuid. De OD was een landelijke illegale organisatie, die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. In september 1944 ging de OD over in de Binnenlandse Strijdkrachten.


Tijdens de winter van 1944-1945 werden vanuit zijn flat met tussenpozen geheime zenders bediend. Moltzer schreef in deze periode enkele pamfletten die ’s-nachts in de stad werden aangeplakt. Hij was tevens betrokken bij illegaal vervoer van voedsel van Friesland naar Amsterdam.

Arrestatie en moord

Op 27 februari 1945, twee dagen na het oprollen van de illegale zender Arend in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam, werd hij op een ‘besmet’ adres door de Sicherheitspolizei aangehouden en op de lijst van Todeskandidaten gezet van gevangenen die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 15 april 1945 werd hij in Wormerveer met zes andere mannen doodgeschoten als represaille voor twee spoorwegaanslagen in de Zaanstreek en één in de kop van Noord-Holland. Met zijn lotgenoten werd hij op bevel van de bezetter provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page