top of page
Jan Luyten

Jan Luyten

Grafvak:

3

geboren: 10 november 1917 in Semarang op Java in Nederlands-Indië
overleden: 16 mei 1945 in Rotenburg in Duitsland, 27 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: student werktuigkunde in Delft
geloof: geen
vindplaats: een massagraf te Rotenburg

Overleden in British General Hospital nr. 86 te Rotenburg. Hier rustende sinds 20 mei 1953

Achtergrond

Jan Luyten studeerde sinds 1937 werktuigkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, nu TU-Delft. In de eerste oorlogsjaren bereidde hij verscheidene pogingen tot Engelandvaart voor. Deze konden echter niet tot uitvoering gebracht worden.

Verzetsactiviteiten

Van juni 1943 tot september 1944 was Luyten medewerker van het Nationaal Comité van Verzet en het Nationaal Steun Fonds. Dit was een illegale organisatie die veel verzetswerk financierde, onder meer hulp aan (Joodse) onderduikers en gezinnen van zeevarenden. Luyten hield zich actief bezig met het ontvangen en doorgeven van voor het verzet belangrijke informatie. Verschillende informatiebronnen werden door hem persoonlijk opgespoord en bezocht.


Vanaf september 1944 maakte hij onder de schuilnaam ‘Van Mook’ deel uit van de staf van de Commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten. Luyten leidde in het stafkwartier in Amsterdam de post- en koeriersdienst.

Arrestatie en moord

Op 30 november 1944 werd Luytens zuster samen met een andere koerierster vlakbij het Rijksmuseum op straat door Landwachters (pro-Duitse Nederlandse paramilitairen) gearresteerd. Zij hadden bezwarend materiaal bij zich. Doordat hij toevallig aanwezig was, werd ook Luyten opgepakt.


Hij werd verdacht van illegale activiteiten en, na eerst in het Huis van Bewaring in Amsterdam te hebben gezeten, begin februari 1945 vanuit Amersfoort op transport gesteld naar concentratiekamp Neuengamme. Eind maart werd hij overgebracht naar het Aussenkommando Sandbostel van dit kamp, waar hij op 24 april door Britse troepen werd bevrijd. Enige weken later overleed hij in een Brits hospitaal in Rotenburg aan de gevolgen van bloedvergiftiging en vlektyfus. Deze ziekten had hij tijdens zijn gevangenschap en de overvolle transporten tussen de kampen opgelopen.


Op 20 mei 1953 werd hij, mede op verzoek van zijn ouders, herbegraven op de Eerebegraafplaats.

bottom of page