top of page
Jan Cornelis Karman

Jan Cornelis Karman

Grafvak:

25

geboren: 8 augustus 1921 in Laren in Gelderland
overleden: 16 februari 1944 in Amsterdam, 22 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: hulpbesteller bij de PTT
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 5

Getrouw tot in den dood

Achtergrond

Jan Karman woonde in de eerste oorlogsjaren bij zijn ouders in Baarn en werkte als hulpbesteller bij de PTT. Mede op grond van zijn geloofsovertuiging was Karman fel anti-nazi. Toen hij in 1942 op last van de bezetter als rijksambtenaar werd verplicht een half jaar te dienen bij de Nederlandse Arbeidsdienst, nam hij ontslag.

Verzetsactiviteiten

Vanuit zijn anti-nazistische opvattingen was Karman lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers in Baarn en hielp bij het onderbrengen van onderduikers. Tevens stencilde en verspreidde hij illegale lectuur. In mei 1943 werd hij lid van de toen opgerichte Raad van Verzet (RvV), een landelijke koepelorganisatie van verzetsgroepen.


In opdracht van de plaatselijke RvV-groep was hij betrokken bij enkele liquidaties. Op 19 mei 1943 van een opperwachtmeester van de gemeentepolitie die zich in Baarn intensief bezighield met de opsporing en wegvoering van Joden naar kamp Westerbork en op 12 oktober 1943 van een ambtenaar van de Crisis-Controle-Dienst. Bij deze laatste aanslag kon hij ternauwernood ontsnappen aan arrestatie.


Karman verbleef regelmatig in de blokhut Het Duikje in een bos bij Lage Vuursche. Deze werd door de RvV gebruikt als onderduikplaats.

Arrestatie en moord

Rond 10 januari 1944 werd Het Duikje door verraad van een in de buurt werkende dienstbode overvallen door de Sicherheitspolizei (Sipo). Hoewel de aanwezige verzetsmensen wisten te ontkomen, werden er een namenlijst en zelfs foto’s van verzetsmensen gevonden. Hierdoor kon de Sipo Karman op 14 januari 1944 in een andere schuilplaats in de bossen bij Bilthoven arresteren.


Op 15 februari werd hij in de raadzaal van het gemeentehuis van Soest door een Polizeistandgericht met twee andere verzetsmannen ter dood veroordeeld. De volgende dag werd hij in Amsterdam met vijf andere verzetsmannen gefusilleerd en op bevel van de Duitsers provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page