top of page
Jacobus Ludovicus van Weerdenburg

Jacobus Ludovicus van Weerdenburg

Grafvak:

38

geboren: 5 mei 1923 in Amsterdam
overleden: 8 maart 1945 in Amsterdam, 21 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: kantoorbediende in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3

R.I.P. Heer niet mijn wil maar Uw wil geschiede

Achtergrond

Jaap van Weerdenburg werkte sinds 1940 als stoffenkamer-employé bij een confectiebedrijf in Amsterdam. In het voorjaar van 1943 vond in het kader van de ‘Totale Oorlog’ de zogenaamde ‘jaarklassenactie’ plaats. Alle mannen die geboren waren tussen 1920 en 1924 werden opgeroepen voor de verplichte tewerkstelling. Van Weerdenburg kreeg ook een oproep. Hij slaagde erin via familie van zijn baas om in Berlijn een baan te krijgen in de civiele kledingindustrie.


In oktober 1943 werd hij gedwongen als kantoorbediende en tolk in een Rüstungsbetrieb te werken. In december ging hij met ziekteverlof naar huis. Toen het in november 1944 niet langer lukte zijn ‘ziekte’ te rekken, dook hij met zijn broer onder op een boerderij in Spanbroek.

Verzetsactiviteiten

In december 1944 werd Van Weerdenburg lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Hij werkte als administrateur en instrueerde mede-BS’ers hoe met gedropte wapens om te gaan.

Arrestatie en moord

Van Weerdenburg, zijn broer en tien andere (verzets-) mannen werden op 26 februari 1945 in Spanbroek gearresteerd door Landwachters. De arrestaties waren het gevolg van verraad door Trientje G., die na een ruzie haar ex-echtgenoot had aangegeven. Van Weerdenburg werd via Hoorn overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 8 maart werd hij als represaille voor de - overigens onbedoelde - aanslag op de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter met 52 andere mannen bij de Amsteldijk gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in massagraven in de duinen bij Overveen.


Zijn broer, die niet in het verzet had gezeten, werd tewerkgesteld in Emmerich en keerde na de bevrijding terug. Trientje G. werd in 1946 veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. De straf werd uiteindelijk verminderd tot negen jaar. Zij overleed in 1993.

bottom of page