top of page
Jacob Smuling

Jacob Smuling

Grafvak:

9

geboren: 25 maart 1885 in Amsterdam
overleden: 7 februari 1945 in Amsterdam, 59 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: expediteur in Amsterdam
geloof: remonstrants-gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 1

Achtergrond

Jacob Smuling was firmant van de transportmaatschappij Wed. R.B. Smuling en lid van vele besturen en commissies in Amsterdam. In 1922 werd hij aangenomen in de vrijmetselaarsloge La Bien Aimée. In de jaren daarna werd hij bevorderd tot Gezel, verheven tot Meester en uiteindelijk tot kanselier in een van de ‘Hoge Graden’. Gedurende zeven jaar was hij secretaris van de Loge.


Aangezien de Vrijmetselarij door de bezetter werd beschouwd als een ‘sinistere internationale samenzwering’, werd Smuling op 7 oktober 1940 als vooraanstaand lid in de hoofdstad gearresteerd. Hij werd verhoord en tot 7 januari 1941 in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans vastgehouden.

Verzetsactiviteiten

Kort na zijn vrijlating sloot Smuling zich aan bij de organisatie de Zeemanspot. Deze illegale organisatie zamelde geld in voor het geven van financiële steun aan gezinnen van zeevarenden, Joodse landgenoten en ondergedoken spoorwegmensen ten tijde van de spoorwegstaking.


In zijn bedrijf in Amsterdam stelde hij kantoorruimte en telefoons ter beschikking aan een inlichtingenbureau van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ook hield hij er Joodse goederen in bewaring.

Arrestatie en moord

Op 2 februari 1945 werd de procureur-generaal bij het Amsterdamse Gerechtshof, de NSB’er Feitsma door het verzet doodgeschoten. De bezetter was hier woedend over en besloot als represaille een aantal mensen uit de kringen van justitie, vrijmetselarij en communisten te fusilleren. Smuling werd als vrijmetselaar vijf dagen later in zijn woning door de Sicherheitspolizei gearresteerd.


Nog diezelfde ochtend werd hij met vier anderen, waarvan sommigen geen enkele band hadden met het verzet, aan de Amsteldijk in Amsterdam gefusilleerd. Na de terechtstelling werden zij provisorisch begraven in de duinen bij Overveen.


Na de oorlog verklaarde de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter dat het hier om een echte represaille ging, vooral omdat de jurist Feitsma connecties had gehad in de hoogste Nazi-kringen.

bottom of page