Hugo Baars
Grafvak:
38
geboren: 30 augustus 1916 te Malang op Java in Nederlands Indië
overleden: 6 januari 1945 te Amsterdam, 28 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: employé bij de KLM, verzekeringsagent en student binnenhuisarchitectuur
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 1
Wij zullen het nooit vergeten Boong. Rust in vrede
Achtergrond
Hugo Baars werd in 1939 gemobiliseerd. Daarvoor had hij zijn hbs-diploma behaald, korte tijd in Engeland gestudeerd en een half jaar bij de KLM op Schiphol gewerkt.
Na de capitulatie op 10 mei 1940 was hij in zijn woonplaats Amstelveen enige tijd wijkhoofd van de Nederlandse Unie. Deze Unie wilde in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten een maatschappij opbouwen op basis van een brede nationale samenwerking, een harmonische structuur en sociale rechtvaardigheid. Daarnaast volgde hij in Amsterdam een opleiding tot binnenhuisarchitect aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs.
Verzetsactiviteiten
Tijdens zijn opleiding tot binnenhuisarchitect begon Baars met zijn illegale werk. Hij werd lid van de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Tevens verspreidde hij illegale lectuur en verstrekte bonkaarten aan onderduikers. Ook deed hij een mislukte poging tot Engelandvaart.
Vanaf begin 1944 stelde hij zijn woning in Amsterdam ter beschikking voor verzetsvergaderingen, het vervaardigen van illegale stencils, het opslaan van wapens en als slaapgelegenheid voor verzetsmensen en tijdelijke onderduikers.
In november 1944 sloot Baars zich aan bij de verzetsgroep Paul. Deze maakte deel uit van de Persoonsbewijzencentrale (PBC), die illegaal aan persoonsbewijzen voor onderduikers trachtte te komen. Ook nam hij meerdere malen deel aan overvallen op voedselopslagplaatsen.
Arrestatie en moord
Op 5 januari 1945 voerde de groep een gewapende overval uit op de Chocolade- en Suikerwarenfabriek Klene & Co in Amsterdam om een grote partij suiker te bemachtigen. Omdat de echtgenote van de conciërge van Klene vermoedde dat er een inbraak plaats vond door zwarthandelaren, waarschuwde zij de politie. Toen deze arriveerde, volgde een vuurgevecht waarbij een van de overvallers werd gedood en Baars en de anderen werden gearresteerd. Zij werden overgebracht naar het Huis van bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
De volgende dag werd hij met vier andere deelnemers aan de overval, als represaille voor het brand steken van de Spieghelschool in Amsterdam, bij deze school, doodgeschoten. Hun lichamen werden provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.