top of page
Hillebrandt Dirkzwager

Hillebrandt Dirkzwager

Grafvak:

20

geboren: 27 december 1897 te Amsterdam
overleden: 17 februari 1945 te Halfweg, 47 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: majoor-ziekenverpleger bij de Koninklijke Marine en verpleger bij de Luchtbeschermingsdienst te Den Helder
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 3

Gij deed uw woord gestand, gij hebt uw roeping wel volbracht

Achtergrond

Hil Dirkzwager was van 1913 tot juli 1940 in dienst van de Koninklijke Marine, waar hij zijn carrière eindigde als majoor-ziekenverpleger. Hierna ontving hij wachtgeld en werd hij aangesteld als verpleger bij de Luchtbeschermingsdienst in Den Helder.

Verzetsactiviteiten

Voor de plaatselijke afdeling van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) zamelde Dirkzwager vanaf begin 1944 geld in. Dit werd onder meer gebruikt voor ondersteuning van marine-slachtoffers. Aan de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen, verstrekte hij gegevens over militaire handelingen in de omgeving van Den Helder.


In de herfst van 1944 sloot hij zich aan bij de Stoottroep Den Helder-Anna Paulowna van de Binnenlandse Strijdkrachten. Naast gewapende groepen kende de stoottroep ook een inlichtingen- en verbindingsdienst en afdelingen voor materiële en geneeskundige verzorging. Dirkzwager (Dirk) zette deze laatste afdeling op met uit de marine afkomstige verplegers. Hij zorgde voor verbandmateriaal en brancards en gaf EHBO-lessen. Tevens bereidde hij het vervoer van gewonden voor en was hij betrokken bij de voorbereiding van een ziekenhuis voor het district rond Den Helder van de Binnenlandse Strijdkrachten.

Arrestatie en moord

Als gevolg van verraad door een met de NSB sympathiserende dorpsgenoot verrichtte de Hafenüberwachungsstelle uit Den Helder op maandag 5 februari 1945 op diverse adressen in Anna Paulowna een overval. Naast drie kwartiergevers en vijftien buitenstaanders, werden twaalf leden van de stoottroep gearresteerd, onder wie Dirkzwager. Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 17 februari 1945 werd hij in Halfweg met negen anderen, waaronder zeven leden van zijn stoottroep gefusilleerd als represaille voor een door het verzet met een lading springstof gepleegde aanslag op de spoorlijn Amsterdam-Haarlem. Tezamen met zijn lotgenoten werd hij begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen. De verrader werd op 31 maart 1945 door het verzet geliquideerd.

bottom of page