Hendrikus Jacobus Ernst Dopheide
Grafvak:
40
geboren: 5 november 1921 te Soerabaja in Nederlands-Indiƫ
overleden: 30 januari 1945 te Utrecht, 23 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: student scheikunde te Delft
geloof: geen
vindplaats: Nederlands-hervormde begraafplaats Voorhout
Wees getrouw tot den dood en Ik zal u geven de kroon des levens
Achtergrond
Ernst Dopheide studeerde sinds 1940 aan de Technische Hogeschool (nu TU) in Delft. Kort na de liquidatie van generaal Seyffardt, op 6 februari 1943, werd hij bij een razzia opgepakt. Met circa 600 andere studenten uit Delft, Amsterdam, Utrecht en Wageningen werd hij overgebracht naar kamp Vught.
Na twee maanden werd hij vrijgelaten. Hij weigerde echter de loyaliteitsverklaring te tekenen dat de Duitsers van studenten eisten en vond werk in het chemisch laboratorium van de Rubberstichting.
Verzetsactiviteiten
Eind september 1944 had de inlichtingen- en koeriersdienst Rolls Royce dringend behoefte aan extra medewerkers. Een lid van de koeriersdienst die Dopheide kende vroeg hem koerierswerk te verrichten tussen Gorinchem en Dordrecht. Al spoedig ontpopte Dopheide zich als een bruikbaar inlichtingenagent. Hij wist Duitse militairen goed te benaderen en uit te horen.
Nadat hij op eigen initiatief nieuwe inlichtingengroepen in Gorinchem en de Betuwe had opgezet, kreeg hij de reorganisatie van andere inlichtingengroepen opgedragen. Dagelijks controleerde hij de groepen, waarbij hij vaak afstanden van 80 kilometer aflegde.
Arrestatie en moord
Op 15 januari 1945 werd Dopheide, bij een inbraak in een pand van de Ortskommandantur in Gorinchem, gearresteerd door leden van de Feldgendarmerie; de Duitse Militaire Politie. Na te zijn overgebracht naar het Huis van Bewaring in Utrecht werd hij op 30 januari 1945 met drie andere gevangen genomen Rolls Royce-leden en een vierde verzetsman bij Fort Lunetten gefusilleerd als represaille voor een sabotagedaad op de spoorlijn aldaar.
Op verzoek van de familie werd Dopheide in eerste instantie begraven op de Nederlands-hervormde begraafplaats te Voorhout. In april 1947 werd hij herbegraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal.