Hendrik Roelof de Jong
Grafvak:
35
geboren: 20 oktober 1911 te Heeg
overleden: 12 februari 1945 te Haarlem, 33 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: theoloog en gereformeerd predikant te Venlo
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 2
In Christus overwinnaar. Rom. 8: 33-39. Tot weerziens bij Jezus
Achtergrond
Henk de Jong was sinds april 1940 predikant van de Gereformeerde Kerk in Venlo. Ook studeerde hij nog als doctoraalstudent theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Verzetsactiviteiten
In de loop van de oorlog raakte De Jong in Venlo betrokken bij de hulp aan Joodse en niet-Joodse onderduikers. Hij verzorgde geld, bonkaarten, persoonsbewijzen, onderduikadressen en pleeggezinnen voor Joodse kinderen. Vanaf 1943 was hij namens de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers voor de protestanten in Venlo en verre omgeving duikhoofd. Hij werkte samen met protestantse verzetsgroepjes in Limburg en verspreidde het illegale blad Trouw.
Op 5 maart 1944 deed de Sicherheitspolizei een inval in de pastorie. De Jong wist via een dakraam te ontkomen en dook onder bij een tante in Amsterdam. Hier werd hij direct opgenomen in de organisatie van Trouw. Al spoedig was hij er door zijn inspirerende persoonlijkheid een van de topfiguren. Daarnaast vertegenwoordigde hij het blad in het Nationaal Steunfonds, een illegale organisatie die veel verzetswerk financierde en hulp gaf aan onder meer gezinnen van zeevarenden en (Joodse) onderduikers, en het Landelijk Werkcomité der Illegaliteit.
Arrestatie en moord
Op 27 januari 1945 werd De Jong met vier andere topmannen op een bijeenkomst van het Landelijk Werkcomité der Illegaliteit gearresteerd. De arrestatie was een gevolg van verraad door de 26-jarige gehuwde Van Lom. Hij was bij het verzet betrokken en probeerde via verraad zijn gearresteerde buitenechtelijke vriendin vrij te krijgen, hetgeen ook is gelukt. Van Lom is naar aanleiding hiervan door het verzet geliquideerd.
Op 12 februari 1945 werd De Jong als represaille voor het doodschieten van een Duitse onderofficier en een soldaat in Haarlem met zeven anderen in Haarlem gefusilleerd. Zij werden op bevel van de bezetter in een provisorisch massagraf in de duinen bij Overveen begraven.