top of page
Edgar Henri Kan

Edgar Henri Kan

Grafvak:

27

geboren: 24 juni 1921 in Oldenzaal
overleden: 6 januari 1945 in Amsterdam, 23 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: handelaar in lompen in Amsterdam
geloof: joods
vindplaats: gedenksteen 1

Vol geestdrift gaf hij zijn leven voor het vaderland

Achtergrond

Edgar Kan werkte bij zijn vader in diens lompensorteerinrichting in Amsterdam. Op 11 maart 1943 doken Kan en zijn vrouw, beiden Jood, wegens het gevaar voor deportatie onder. Door zijn niet-Joodse uiterlijk kon Kan zich vrij op straat bewegen.

Verzetsactiviteiten

Vanaf zijn onderduiktijd was Kan betrokken bij het stencilen en verspreiden van het illegale blad Het Parool en de sinds september 1944 verschijnende, dagelijkse nieuwsbulletins hiervan. In dit kader werkte hij samen met onder meer Paul Hartman, een van de drijvende krachten van de nieuwsbulletin-organisatie in Amsterdam, en zijn broer Jonas Kan. Daarnaast hielp hij andere onderduikers met bonkaarten en persoonsbewijzen.


In 1944 sloot hij zich aan bij een gewapende groep van de Persoonsbewijzencentrale. De PBC maakte vervalste persoonsbewijzen en andere officiële documenten. In de hongerwinter van 1944-1945 was de gewapende groep van de PBC betrokken bij verschillende inbraken in voedselopslagplaatsen.

Arrestatie en moord

Op 5 januari 1945 voerde de groep een gewapende overval uit op de Chocolade- en Suikerwarenfabriek Klene & Co in Amsterdam om een grote partij suiker te bemachtigen. Omdat de echtgenote van de conciërge van Klene vermoedde dat er een inbraak plaats vond door zwarthandelaren, waarschuwde zij de politie.


Toen deze arriveerde, volgde een vuurgevecht waarbij één van de overvallers werd gedood en Kan en de anderen werden gearresteerd . Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


De volgende dag werd hij met vier andere deelnemers aan de overval als represaille voor de brandstichting in de Spieghelschool in Amsterdam, bij deze school doodgeschoten. De lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in de duinen bij Overveen.


Kans echtgenote overleefde de oorlog. Zijn vader kwam op 21 mei 1943 om in het vernietigingskamp Sobibor in Polen.

bottom of page