Aloijsius Christiaan Naarstig
Grafvak:
38
geboren: 15 februari 1895 in Amsterdam
overleden: 8 maart 1945 in Amsterdam, 50 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: schoenwinkelier in Amsterdam
|geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
R.I.P.
Achtergrond
Louis Naarstig had een schoenenwinkel in de Beethovenstraat in Amsterdam. Tevens was hij reservekapitein van het Nederlandse leger.
Verzetsactiviteiten
Vanaf juni 1940 was Naarstig als reservekapitein actief in het Legioen Oud-frontstrijders (LOF). Dit was een organisatie van Nederlandse militairen die een geheim leger wilden opzetten. Later nam hij deel aan de Ordedienst (OD); een landelijke illegale organisatie, die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Na de capitulatie verzamelde hij met anderen weggegooide vuurwapens van het Nederlandse leger en sloeg deze op in bergplaatsen in Amsterdam.
Toen reserveofficieren zich in 1943 moesten melden voor terugkeer in krijgsgevangenschap voerde Naarstig voor de meldplaats in Amersfoort hiertegen actie. Als lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) hielp hij ondergedoken Joden en oud-militairen aan bonkaarten, geld, levensmiddelen en onderdak. Hij deed in 1944 mee aan nachtelijke oefeningen van de knokploeg Volendam.
Bij de fusie van de knokploegen in 1944 met de Binnenlandse Strijdkrachten werd hij, op voorstel van de knokploeg Waterland benoemd tot districtscommandant. Hij was betrokken bij spionage, spoorwegsabotage, wapenvervoer, het verspreiden van illegale bladen en het onklaar maken van door de bezetter aangebrachte springladingen in bruggen en dijken. Vanaf september 1944 tot zijn arrestatie in 1945 verleende hij in zijn woning onderdak aan enkele onderduikers.
Arrestatie en moord
Eén van deze onderduikers werd op een missie van de Binnenlandse Strijdkrachten in Hoorn aangehouden. Als gevolg daarvan werd Naarstig op 18 februari 1945 thuis door de Sicherheitspolizei gearresteerd en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 8 maart werd hij als represaille voor de - overigens onbedoelde - aanslag op de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter met 52 andere mannen bij de Amsteldijk gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in de duinen bij Overveen.