Martinus Molenkamp
Grafvak:
2
geboren: 15 oktober 1898 in Amsterdam
overleden: 7 maart 1945 in Haarlem, 46 jaar oud
burg. staat: weduwnaar
beroep: zelfstandig handelaar en grossier in auto- en motoronderdelen in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
De heer is mijn licht en mijn heil; wien zal ik vrezen? Psalm 26
Achtergrond
Martinus Molenkamp handelde sinds 1929 in auto- en motoronderdelen. Tevens had hij een garage voor autostalling en het uitvoeren van reparaties. Vanaf 1937 was hij weduwnaar met vijf kinderen. Omdat hij weigerde werkzaamheden voor het Duitse leger te verrichten, werd hij eind 1943 gedwongen zijn garage te sluiten.
Verzetsactiviteiten
Molenkamp begon in 1943 met het illegaal opslaan van bezittingen van Joden en het verzorgen van bonkaarten en persoonsbewijzen voor onderduikers. Via een zwager werd hij in juli 1944 lid van de knokploeg Reintje de Vos in Amsterdam. Voor deze knokploeg sloeg Molenkamp drie mitrailleurs, bijna 100 stenguns en geweren, honderden granaten, tienduizenden patronen en een voorraad levensmiddelen op in zijn garage. Ook was hij betrokken bij vervoer en reparatie van wapens en stelde motoronderdelen en olie ter beschikking aan het verzet.
Arrestatie en moord
Waarschijnlijk als gevolg van de ontdekking van bezwarende papieren op een gearresteerde man, die door hem van bonkaarten werd voorzien, werd Molenkamp op 10 januari 1945 in zijn woning aangehouden en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam. De ochtend na zijn arrestatie werd zijn garage leeggehaald. De wapens en munitie waren toen al door zijn zoon per bakfiets naar elders vervoerd.
Molenkamp werd op 7 maart 1945 als represaille voor de moord op de Nederlandse NSB-er en opperwachtmeester van de Staatspolitie, Zirkzee, door onder meer Hannie Schaft, met veertien anderen aan de Dreef in Haarlem gefusilleerd. De lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.