top of page
Louis Schrander

Louis Schrander

Grafvak:

1

geboren: 9 maart 1913 in Haarlem
overleden: 8 april 1943 op de Leusderheide, 30 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: koopman in Haarlem
geloof: geen
vindplaats: Leusderheide

Gevallen voor zijn vaderland, dat hij ruste in vrede

Achtergrond

Louis Schrander was gedeeltelijk Joods. Hij werkte als bloemenkoopman, los werkman en koopman ‘in alles’. In april 1941 werd hij door de Arbeidsbeurs tewerkgesteld in Hannover, maar bij aankomst in Duitsland bleek er geen werk voor hem te zijn. Na korte tijd bij een boer werkzaam te zijn geweest, keerde hij terug naar Haarlem. In september 1941 vertrok hij voor de Organisation Todt (OT) naar Brest in Frankrijk. De OT was een door de Nazi’s opgezet bedrijf dat bunkers, kustversterkingen en wegen bouwde.

Verzetsactiviteiten

Schrander ontmoette in maart 1942 in Perpignan twee door geldgebrek gestrande Engelandvaarders. Zij vroegen hem een brief te overhandigen aan kapitein Voorhoeve in Haarlem. Terug in Nederland zocht Schrander contact met Voorhoeve. Deze was lid geweest van het Legioen Oud-Frontstrijders, een organisatie van Nederlandse militairen die een geheim leger wilde opzetten. Voorhoeve verleende hulp aan Engelandvaarders en spioneerde. Zijn materiaal stuurde hij via koeriers aan generaal-majoor Van Tricht, de Nederlandse militair attaché in Bern.


Voorhoeve vroeg Schrander een lucifersdoosje met microfoto’s van tekeningen en gegevens over telefoonverbindingen van de Duitse kustverdediging, naar Bern te brengen. Hij gaf hem contactadressen voor onderweg en instructies hoe de Frans-Zwitserse grens over te steken.

Arrestatie en moord

Op 20 april 1942 werd Schrander met dit materiaal in een café in Haarlem gearresteerd. Hij was vermoedelijk door een lid van de Sicherheitspolizei meegelokt. Het is onduidelijk gebleven of daarbij sprake is geweest van verraad. Schrander werd naar de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen gebracht en vervolgens naar de kampen Amersfoort en Vught.


In januari 1943 werd hij naar de Kriegswehrmachtgefängnis in Utrecht vervoerd. Hier werd hij op 17 februari 1943 door het Feldgericht des kommandierenden Generals und Befehlshabers im Luftgau Holland ter dood veroordeeld. Met zes andere verzetsmensen werd hij op 8 april 1943 gefusilleerd en begraven op de Leusderheide.


In de herfst van 1946 werd zijn stoffelijk overschot herbegraven op de Eerebegraafplaats.

bottom of page