Johannes Paulus Bos
Grafvak:
29
geboren: 8 november 1917 te Amersfoort
overleden: 6 februari 1945 te Hoogkarspel, 27 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: inkoper metaalwaren te Haarlem
geloof: protestant, maar buitenkerkelijk
vindplaats: gedenksteen 1
Maar het hart dat het niet laten kon schuwt nimmer het gevaar
Achtergrond
Paul Bos werkte tot augustus 1943 als inkoper bij een ijzerhandel in Haarlem. Toen dook hij onder, omdat hij weigerde terug te keren in krijgsgevangenschap, hetgeen de bezetter in het voorjaar van 1943 eiste van alle oud-militairen. Tot eind 1943 handelde hij nog enkele maanden zelfstandig in ijzerwaren.
Verzetsactiviteiten
Vanaf eind 1943 was hij betrokken bij de illegale werkzaamheden van de Persoonsbewijzencentrale in Amsterdam. Als leider van een van de gewapende groepen van deze centrale, de Groep-Paul, vervoerde en verzorgde hij gedropte wapens. Ook nam hij deel aan verschillende voedsel-, sigaretten- en autobandenkraken.
In september 1944 werd hij aangesteld als sectiecommandant bij de Binnenlandse Strijdkrachten.
Arrestatie en moord
Op 5 januari 1945, tijdens de hongerwinter, nam Bos, samen met onder meer zijn jongere broer Jan, deel aan een gewapende overval op de Chocolade- en Suikerwarenfabriek Klene & Co. in Amsterdam om een grote partij suiker te bemachtigen. Omdat de echtgenote van de conciërge van Klene vermoedde dat er een inbraak door zwarthandelaren plaats vond, waarschuwde zij de politie. Toen deze arriveerde, volgde een vuurgevecht waarbij één van de overvallers werd gedood en de anderen gearresteerd. De broers Bos werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 6 februari 1945 werd hij samen met vier anderen, onder wie zijn broer Jan, in Hoogkarspel doodgeschoten. De fusillade was een represaille voor de gewelddadige bevrijding van een aantal mensen uit de omgeving van Hoogkarspel die illegaal bomen hadden gerooid om aan brandstof te komen. De lichamen werden in een massagraf in de duinen bij Overveen provisorisch begraven.