Jacob Pieter Schipper
Grafvak:
5
geboren: 13 maart 1895 in Amsterdam
overleden: 15 december 1944 in Purmerend, 49 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: sergeant-majoor instructeur in Amersfoort
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 1
... een ieder die bidt, ontvangt
Achtergrond
Jacob Schipper was beroepsmilitair en sergeant-majoor instructeur van het 21e Regiment Infanterie. Hij vocht tijdens de Duitse inval in mei 1940 in Rotterdam-Overschie tegen de uit Den Haag optrekkende geparachuteerde Duitse militairen.
Verzetsactiviteiten
Schipper sloot zich kort na de capitulatie aan bij de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Op 26 maart 1942 werd hij gearresteerd in verband met zijn OD-activiteiten. Na scherpe verhoren in de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen, werd hij op 9 juli 1942 wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten.
Na zijn vrijlating zette hij zijn OD-werk voort. In 1943 werd hij ook actief lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers.
In september 1944 werd hij compagniescommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Amersfoort. Tevens ging hij het illegale blad Oranje-Bulletin verspreiden.
Arrestatie en moord
Op 23 november 1944, enkele dagen na de arrestatie en fusillade van enkele leden van de Amersfoortse verzetsfamilie Rijper, werden Schipper en zijn 23-jarige zoon thuis gearresteerd. Zij zaten eerst gevangen in het voormalige politiebureau van Amersfoort. Daarna werden zij overgebracht naar de ‘bunker’ van kamp Amersfoort. Enige tijd later werd Schipper gevangen gezet in het Huis van Bewaring in Amsterdam waar hij op de lijst van Todeskandidaten werd gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 15 december 1944 werd hij met twee andere verzetsmensen in Purmerend doodgeschoten als represaille voor de diefstal van 400 balen suiker die bedoeld waren voor het Duitse leger. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf begraven in de duinen bij Overveen. Schippers’ zoon bleef tot de bevrijding in kamp Amersfoort.