top of page
Walter Brandligt

Walter Brandligt

Grafvak:

33

geboren: 14 mei 1901 in Kampen
overleden: 1 oktober 1943 in het duingebied bij Overveen, 42 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: letterkundige in Epse en Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5

’t Brandt ligt maar dooft nimmer

Achtergrond

Walter Brandligt was schrijver van streekromans. Eind 1939 vestigde hij zich, na enkele jaren in Zuid-Frankrijk te hebben gewoond, in het Gelderse Epse.


In november 1941 werd door de bezetter de Kultuurkamer opgericht. Hier moesten alle kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten zich bij aansluiten, wilden zij hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Brandligt verzette zich hier fel tegen en publiceerde officieel geen werk meer.

Verzetsactiviteiten

In de loop van 1942 werd Brandligt actief in het verzet. Vanaf medio 1942 was hij als medewerker/redacteur betrokken bij het illegale blad De Vrije Kunstenaar. Ook schreef hij een inleiding bij de clandestiene uitgave van een reeks zelfportretten die de in 1942 ter dood veroordeelde beeldhouwer/schilder Cor van Teeseling in zijn dodencel had getekend.


Naast deze literaire activiteiten maakte Brandligt deel uit van de Persoonsbewijzencentrale en verleende hij hulp aan (Joodse) onderduikers door het vervalsen van identiteitspapieren. Regelmatig stuurde hij Joodse landgenoten en verzetsmensen naar zijn echtgenote in Epse om onder te duiken.

Arrestatie en moord

Direct na een ontmoeting met een tabakshandelaar uit Soest, met wie Brandligt in verbinding was getreden ten behoeve van de gearresteerde verzetsmensen Broeckman en Remiëns, werd hij op 30 juli 1943 aangehouden bij het Noord-Zuidhollandsch Koffiehuis, tegenover het Centraal Station in Amsterdam. De tabakshandelaar bleek een V-mann te zijn; een Vertrauensmann die infiltreerde in verzetsgroepen om deze te verraden. Deze had de Sicherheitspolizei ingelicht.


Op 30 september 1943 werd hij met 18 andere verzetsmensen door het Polizeistandgericht in Amsterdam ter dood veroordeeld. De volgende dag werden zij in de duinen bij Overveen gefusilleerd en in een massagraf begraven.

bottom of page