Petrus Gerardus Koning
Grafvak:
8
geboren: 9 februari 1923 in Alkmaar
overleden: 6 april 1945 in Limmen, 22 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: veehouder in Stompetoren
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
R.I.P.
Achtergrond
Piet woonde en werkte op de veeboerderij van zijn vader in Stompetoren, ten oosten van Alkmaar.
Verzetsactiviteiten
In september 1944 werd in de boerderij van Koning het hoofdkwartier gevestigd van de eerste sectie stoottroepen van gewest 11 van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Zijn 65-jarige vader was betrokken bij hulpverlening aan geallieerd vliegtuigpersoneel. Piet Koning hield zich als BS’er bezig met het schoonmaken en verdelen van gedropte wapens. Daarnaast verrichtte hij koeriersdiensten en was tweemaal betrokken bij een overval.
Arrestatie en moord
Op 21 maart 1945 bevrijdde een knokploeg uit Ursem in de buurt van Konings boerderij een aantal jonge mannen die waren gearresteerd voor het illegaal kappen van bomen. Twee Duitse bewakers raakten daarbij gewond. Opgemerkt werd dat de overvallers hun fiets op het erf van Konings hoeve hadden gestald. Als gevolg hiervan vond op vrijdagavond 23 maart in de boerderij een inval plaats door de Sicherheitspolizei, Grüne Polizei en Landwacht, een pro-Duitse Nederlandse paramilitaire organisatie.
Tijdens de huiszoeking werd in de slaapkamer van Piet Koning een rol met 28 Duitse stafkaarten en een flesje Amerikaanse wapenolie aangetroffen. Hij werd hij gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. De boerderij werd de volgende middag door de Sicherheitspolizei in brand gestoken, waarbij deze geheel verloren ging.
Op 6 april 1945 werd Koning gefusilleerd met negen andere verzetsmannen als represaille voor het doden van een jonge Duitse militair door het verzet in Limmen. De lichamen werden in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.