Marinus Jacobus Pieroen
Grafvak:
24
geboren: 6 januari 1911 in Den Haag
overleden: 18 januari 1945 in Amsterdam, 34 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: commies bij het Ministerie van Sociale Zaken in Den Haag en het Gewestelijk Arbeidsbureau in Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 1
Pappa
Achtergrond
Marinus Pieroen werkte vanaf 1934 bij het Ministerie van Sociale Zaken in zijn woonplaats Den Haag. In verband met een mogelijke geallieerde invasie op de Nederlandse kust, besloot de Duitse bezetter eind 1942 het Nederlandse bestuursapparaat van Den Haag te verplaatsen naar het midden en oosten van het land. Begin 1943 vond de verhuizing plaats. De meeste departementen en enkele centrale overheidsdiensten werden naar Apeldoorn, Deventer, Zutphen, Velp en Utrecht overgebracht, het Departement van Sociale Zaken naar Amsterdam.
De verplaatsing had de verhuizing van duizenden ambtenaren en hun families tot gevolg. In februari 1943 werd Pieroen, als chef bemiddelaar tijdelijk gedetacheerd bij het Gewestelijk Arbeidsbureau in Amsterdam. Hij verhuisde met zijn echtgenote, dochtertje en zoontje van drie en één jaar naar Amsterdam.
Verzetsactiviteiten
In samenwerking met een aantal GAB-collega’s saboteerde Pieroen op grote schaal Duitse opdrachten om arbeiders die in aanmerking kwamen voor verplichte tewerkstelling in Duitsland, hiervoor te vrijwaren.
Arrestatie en moord
Op 5 januari 1945 werden negen GAB-medewerkers, die in het kader van de Liese-Aktion aan de registratie van arbeidskrachten hadden meegewerkt, door het verzet neergeschoten, waarbij er zes werden gedood. De Liese-Aktion was een Duitse maatregel uit december 1944 die tot doel had Nederlandse mannen op te roepen voor de Duitse arbeidsinzet. Dit in verband met het tekort aan werkkrachten in Duitsland als gevolg van het Duitse Ardennenoffensief.
De Duitsers namen de liquidatie hoog op en besloten als represaille geen gevangenen die op Todeskandidaten-lijsten stonden te fusilleren, maar GAB-medewerkers van wie vermoed kon worden dat zij anti-Duits waren. Op 10 januari 1945 werden Pieroen en zestien collega’s op kantoor gearresteerd. Nadat was uitgezocht wie van de gevangen genomen ambtenaren niets met deze zaak te maken had of een gezin had te onderhouden, werden elf mannen, onder wie Pieroen, uitgezocht om te worden doodgeschoten.
De fusillade vond op 18 januari 1945 op de Amsteldijk in Amsterdam plaats. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter naar de duinen bij Overveen afgevoerd om in een massagraf te worden begraven.