Leon Beek
Grafvak:
12
geboren: 7 maart 1893 te Amsterdam
overleden: 15 augustus 1944 in het duingebied bij Overveen, 51 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: personeelschef te Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 4
Res. majoor 18 R.I. Hij gaf zijn leven voor het vaderland
Achtergrond
Leon Beek werkte als personeelschef bij De Bijenkorf in Amsterdam en woonde in Bussum. Als reserve-majoor der Infanterie sloot hij zich in 1940 aan bij het Legioen Oud-Frontstrijders, dat in 1941 fuseerde met de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen.
Verzetsactiviteiten
Beek hield zich bezig met spionageactiviteiten. Door zijn grote zwijgzaamheid zijn details hierover nooit bekend geworden.
Als gemengd-gehuwde Jood kreeg Beek in de loop van de oorlog te maken met anti-Joodse maatregelen.
Arrestatie en moord
Op 26 januari 1943 werd hij in zijn woning door de Sicherheitspolizei (Sipo) gearresteerd. Na een verblijf van enkele maanden in de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen, werd hij overgebracht naar de strafcel in Kamp Westerbork, het doorvoerkamp voor Joden, zigeuners en homoseksuelen naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Hier had Beek vermoedelijk contact met enkele personen die zich bezighielden met het treffen van maatregelen voor de tijd na de Duitse bezetting. Beek zou in de overgangsperiode mogelijk als tijdelijk commandant optreden.
Tijdens een uitbraakpoging samen met twee medegevangenen door het doorzagen van een luchtkoker werd hij gesnapt. Via het Huis van Bewaring in Assen werden zij voor een uitgebreider onderzoek overgebracht naar de Sipo-Aussendienststelle Amsterdam. Op 15 augustus 1944 werd hij samen met degenen met wie hij had trachten te ontsnappen en twee andere Joodse mannen uit Kamp Westerbork in de duinen bij Overveen gefusilleerd en begraven.