top of page
Johannes Ruijter

Johannes Ruijter

Grafvak:

15

geboren: 15 november 1892 in Binnenwijzend in West-Friesland
overleden: 9 februari 1945 in Zaandam, 52 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: landbouwer en veehouder in de Beemster
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 1

R.I.P. Dit is de overwinning over de wereld: ons geloof

Achtergrond

Johannes Ruijter was eigenaar van een boerderij in de Beemster.

Verzetsactiviteiten

Ofschoon hij aanvankelijk niet was aangesloten bij een illegale organisatie, trachtte Ruijter al snel na de bezetting ‘goede vaderlanders’ tot verzet aan te sporen. Hij had veel contacten met de Ordedienst (OD), een illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen, en later met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en het Nationaal Steun Fonds, de illegale organisatie die veel verzetswerk financierde, onder meer hulp aan gezinnen van zeevarenden en (Joodse) onderduikers.


In 1944 raakte Ruijter nauw verbonden met de knokploegen Purmerend/Waterland en Beemster. Zijn boerderij fungeerde als onderduikplaats voor verzetsmannen uit diverse delen van het land en er was een radioluisterpost. Ook was het een trefpunt voor het ophalen van gedropte wapens en de opslag daarvan. Nieuwe leden van de knokploegen kregen er wapeninstructie.

Arrestatie en moord

Op 7 januari 1945 werd Ruijter in zijn woning gearresteerd. Hij was verraden door provocateur J.S. Deze had zich bij Ruijter als geëvacueerde boer uit Walcheren voorgedaan en was door hem aan een woning geholpen. Zij waren beiden hartstochtelijk jagers en leken tijdens de jacht vertrouwd en bevriend te zijn geraakt.


Vanaf begin februari 1945 zat Ruijter gevangen in het Huis van Bewaring in Amsterdam en werd op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. Op 9 februari 1945 werd hij in Zaandam doodgeschoten met negen andere verzetsmensen. De fusillade was een represaille voor de moord door het Zaanse verzet op de NSB’er en onderluitenant van de Staatspolitie Willemsen.


De tien lichamen werden op bevel van de Duitsers provisorisch in een massagraf begraven in de duinen bij Overveen. Zijn zoon Joris was drie dagen eerder, eveneens na verraad, in Hoogkarspel gefusilleerd.

bottom of page