Johannes Post
Grafvak:
26
geboren: 4 oktober 1906 in Hollandscheveld bij Hoogeveen
overleden: 16 juli 1944 in het duingebied bij Overveen, 37 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: landbouwer in Nieuwlande
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 4
God vergist zich niet
Achtergrond
Johannes Post was sinds 1929 pachtboer in Nieuwlande. In 1935 werd hij gemeenteraadslid en wethouder voor de gereformeerde Anti-Revolutionaire Partij van Oosterhesselen.
Verzetsactiviteiten
Door zijn broer Marinus raakte Post vanaf het najaar van 1942 intensief betrokken bij de hulp aan vooral Joodse onderduikers. Hij bewoog enkele tientallen onder te duiken, gaf zeer velen gedurende korte tijd onderdak in zijn woning en zorgde voor onderduikadressen in Nieuwlande en omgeving.
Na enige maanden als ‘eenling’ te hebben gewerkt, formeerde hij begin 1943 de daarna steeds groter wordende verzetsgroep Nieuwlande. In juni pleegde de groep in Zuid-Drenthe overvallen op vijf bureaus van de Rijksdienst voor de Voedselvoorziening, om onder andere Ausweise te bemachtigen.
Post liep op 16 juli 1943 met zijn Joodse koerierster in Ugchelen in een hinderlaag van de Sicherheitspolizei. Met hulp van een politieman wist hij te ontsnappen uit het Apeldoornse politiebureau en dook onder in Hoogeveen.
Vanuit Rijnsburg vormde hij eind 1943 de knokploeg Johannes en overviel gemeentehuizen en distributiekantoren in Zuid-Holland en Brabant. De opbrengst ging naar het illegale blad Trouw en vanaf begin 1944 ook naar de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers.
Midden 1944 werd Post als top-verzetsman lid van de centrale verzetsorganisaties De Kern en De Driehoek.
Arrestatie en moord
Op 15 juli 1944 werd Post, een uur na de door hem georganiseerde overval op het Huis van Bewaring in Amsterdam om verzetsmensen te bevrijden, op straat gearresteerd toen hij wachtte op een auto van zijn knokploeg. Hij was niet op de hoogte gebracht van de fatale afloop van de overval met verraad, een schietpartij, vele gewonden en arrestaties. Uit de auto, die omstreeks de afgesproken tijd de straat inreed, stapten geen verzetsmensen, maar officieren van de Sicherheitspolizei.
De volgende dag werd hij met veertien anderen standrechtelijk voor de overval doodgeschoten in de duinen bij Overveen en daar in een massagraf begraven.
Na de oorlog kreeg Johannes Post postuum het Verzetskruis 1940-1945, de na de Militaire Willems-Orde hoogste dapperheidsonderscheiding van Nederland.