top of page
Johannes Petrus van Kan

Johannes Petrus van Kan

Grafvak:

36

geboren: 10 december 1900 in Amsterdam
overleden: 11 april 1945 in Zijpe, 44 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: bankwerker/smid in Amsterdam, vakbondsbestuurder in Utrecht en distributieambtenaar in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3

R.I.P. Hoofdbestuurder van de Nederlandse Katholieke Metaalbewerkersbond

Achtergrond

Jan van Kan werkte als bankwerker bij een fabriek van stalen ramen in Amsterdam. Eind 1940 werd hij aangesteld als bestuurder van de Rooms-katholieke Metaalbewerkersbond St. Eloy in Utrecht. Hij verrichtte zijn vakbondswerk tot de ‘gelijkschakeling’ van deze bond door de bezetter in juli 1941. Hierna ontving hij een periode financiële hulp van het fonds Bijzondere Noden van de RK kerk. In maart 1942 werd hij aangesteld als ambtenaar bij de distributiedienst in Amsterdam.

Verzetsactiviteiten

In 1942 werd Van Kan lid van de illegale Groep 2000. Vanuit zijn functie bij de distributiedienst in Amsterdam ‘organiseerde’ hij duizenden bonkaarten ten behoeve van onderduikers. Daarnaast zorgde hij voor het afstempelen van (vervalste) documenten.


Zijn relaties bij verschillende officiële instellingen zoals het Stamkaartenbureau, Bevolkingsregister, De Arbeidsbeurs en de Centrale voedselvoorziening waren voor Groep 2000 van grote waarde. Veel van de bonkaarten en documenten gingen ook naar de ca. 1.800 onderduikers die door de verzetsgroep Van Dongen onder leiding van D. Bons werden ondersteund. Vanaf juli 1944 werkte Van Kan ook voor de door Bons opgerichte knokploeg Reintje de Vos.

Arrestatie en moord

Op dinsdagmiddag 27 maart 1945 werd een verzetsvergadering bij de leider van de knokploeg Reintje de Vos, Bons, gehouden. Door verraad van een bovenbuurman vond een inval door de Sicherheitspolizei plaats, waarbij Van Kan, Bons en enkele andere leden van de knokploeg werden gearresteerd. Zij werden afgevoerd naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 11 april 1945 werd hij met negen anderen, onder wie zes leden van zijn knokploeg, in Zijpe gefusilleerd als represaille voor de sabotage aan een brugdek in Zijpe. De lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf in de duinen bij Overveen provisorisch begraven.

bottom of page