Jan Joosten
Grafvak:
21
geboren: 7 april 1906 in Hardenberg
overleden: 15 april 1945 in Sint Pancras, 39 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: bakker/broodbezorger en nachtwaker in Haarlem
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 3
Den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood
Achtergrond
Jan Joosten was voor de oorlog afwisselend filiaalhouder van een handelsvereniging en werkloos. In 1939 werd hij gemobiliseerd als dienstplichtig sergeant.
In de oorlogsjaren probeerde hij in zijn woonplaats Haarlem op allerlei manieren in het onderhoud van zijn kinderrijk gezin te voorzien. In januari 1945 werd zijn zesde kind geboren. Hij was tijdelijk bakker en broodbezorger, controleur, boodschappenbezorger en nachtwaker bij de Haarlemse Scheepsbouwmaatschappij. Indien nodig sprong de diaconie van de Gereformeerde Kerk financieel bij.
Verzetsactiviteiten
Vanaf eind 1943 verspreidde Joosten het illegale protestantse blad Trouw. In september 1944 werd hij lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en na enige tijd aangesteld als sectiecommandant, 2e compagnie, Vak II in Haarlem-Noord. Als oud-militair gaf Joosten wapeninstructie aan verschillende BS-groepen en was betrokken bij sabotageactiviteiten.
Arrestatie en moord
Als gevolg van verraad van een overgelopen verzetsman werd een deel van de verzetsgroep Haarlem-Noord op 18 maart 1945 opgerold. Ook Joosten werd door de Sicherheitspolizei in zijn woning gearresteerd. Hij werd overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten geplaatst die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 15 april 1945 werd hij, met negentien anderen, onder wie leden van zijn verzetsgroep, in Sint Pancras doodgeschoten als represaille voor een aanslag op een trein van het Duitse leger. De lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.