Gerrit Hoogstraten
Grafvak:
36
geboren: 6 juni 1925 te Amsterdam
overleden: 11 april 1945 te Zijpe, 19 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: kantoorbediende te Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 3
Zijn hemelsche vader was bij hem. Naar Matth. 10:29
Achtergrond
Gerrit Hoogstraaten woonde bij zijn ouders in Amsterdam. Van augustus 1942 tot december 1943 werkte hij bij de belastingdienst. Om aan verplichte tewerkstelling in Duitsland te ontkomen dook hij onder op de boerderij van fruitkweker Jan Prins in Noordbeemster.
Verzetsactiviteiten
In september 1944 trad Hoogstraaten toe tot de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Hier was hij als hulpinstructeur betrokken bij het geven van wapeninstructie aan leden van de BS-stootgroep Oosthuizen. Daarnaast hield hij zich bezig met het verspreiden van illegale lectuur.
Arrestatie en moord
Op 27 maart 1945 vond een overval op de boerderij plaats door de Duitse Militaire Politie, de Feldgendarmerie, vermoedelijk als gevolg van verraad. Tijdens de hierop volgende huiszoeking werden niet alleen Hoogstraaten en twee andere onderduikers aangetroffen, maar ook een radiotoestel, twee instructiewapens en een handgranaat.
Vader en zoon Prins en de drie onderduikers werden gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Alkmaar. Tevens werden zij op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 11 april 1945 werd Hoogstraaten met Arie Prins en één van de andere onderduikers in Zijpe gefusilleerd als represaille voor de sabotage aan een brugdek in Zijpe. Hun lichamen werden in een massagraf in de duinen bij Overveen provisorisch begraven.
Vader Jan Prins werd op 15 april 1945 in Sint Pancras doodgeschoten.