Gerard de Koning
Grafvak:
17
geboren: 23 maart 1899 in Baarland
overleden: 31 maart 1945 in Amsterdam, 46 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: winkelier in snoepwaren, eigenaar koffiehuis en nachtwaker in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
R.I.P. Onze lieve man en vader viel voor God Koningin en Vaderland
Achtergrond
Geert de Koning woonde met zijn vrouw, zoon en dochter in Amsterdam. Van 1938 tot maart 1940 kreeg hij steun van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken. Daarna dreef hij voor eigen rekening een winkel in snoepgoed, chocolade en surrogaatartikelen. Hij verkocht de winkel in november 1941 en werd uitbater van een koffiehuis. In juni 1944 trad hij als nachtwaker in dienst bij de Amsterdamsche Gecontroleerde Particuliere Nachtveiligheidsdienst.
Verzetsactiviteiten
In de loop van 1943 zocht De Koning contact met illegale organisaties. Nadat hij eerst zelfstandig hulp had verleend aan onderduikers, deed hij dit later via de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. In 1944 sloot hij zich aan bij de Ordedienst, een illegale organisatie, voor een deel ontstaan in militaire kringen, en werd lid van een knokploeg. Deze werd in september 1944 onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten.
De Koning liet in zijn woning regelmatig wapeninstructies geven, was betrokken bij het plegen van sabotage met springstoffen en nam deel aan verschillende overvallen. Hij stond bekend als doortastend en nergens voor terugdeinzend en werd daarom ook belast met liquidaties van voor het verzet gevaarlijke personen.
Arrestatie en moord
Op 6 maart 1945 werd De Koning met zijn neef gearresteerd, nadat door de Sicherheitspolizei een munitiedepot was ontdekt bij pastoor Esser van de Augustinuskerk in Amsterdam. Zij werden afgevoerd naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 31 maart 1945 werd hij met zijn neef naar de Amsteldijk gebracht en daar met drie andere verzetsmensen gefusilleerd. De fusillade was een represaille voor de bevrijding door een knokploeg van een tiental gearresteerde jongemannen die illegaal bomen hadden omgezaagd. Hierbij waren enkele Duitse soldaten gewond geraakt. De lichamen van de vijf mannen werden op bevel van de bezetter begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.