Cornelis Coenraad Poulie
Grafvak:
23
geboren: 5 juli 1919 in Den Helder
overleden: 6 juni 1944 in het duingebied bij Overveen, 24 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: wachtmeester van de marechaussee in Varsseveld
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 6
Laatste groet van je liefhebbende ouders, zusters en broer
Achtergrond
Cees Poulie kwam in 1940 in dienst van de Koninklijke Marechaussee. Begin 1943 werd hij vanuit Arnhem in Varsseveld gedetacheerd.
Verzetsactiviteiten
In Varsseveld kwam Poulie in contact met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en raakte betrokken bij de hulp aan (Joodse) onderduikers. Hij zorgde voor onderduikadressen, bonkaarten en waarschuwde voor razzia’s.
Poulie was op 10 december 1943 betrokken bij een overval op het distributiekantoor van Varsseveld. Op 4 januari 1944 hielp hij, in overleg met de burgemeester, als politiegeleide een in de buurt neergesprongen Amerikaanse piloot te ontvluchten. Hierna dook hij onder.
Eenmaal ondergedoken sloot hij zich aan bij de knokploeg Aalten. Hij nam op 23 februari 1944 deel aan de kraak van het distributiekantoor in Borculo. Hierbij werden ruim 30.000 bonkaarten voor levensmiddelen en een zeer groot aantal andere distributiebescheiden buitgemaakt.
Arrestatie en moord
Als gevolg van verraad door V-mann (= een Vertrauensmann die infiltreerde in verzetsgroepen om deze te verraden) W. Markus werd Poulie op 8 maart 1944 op station Oosterbeek door de Sicherheitspolizei gearresteerd. Markus had hem en zijn verloofde hulp aangeboden voor een vlucht naar Engeland. Poulie werd overgebracht naar kamp Vught, waar hij in één van de bunkercellen werd opgesloten.
In mei werd hij ter dood veroordeeld en op 6 juni 1944 met 28 andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn knokploeg, in het duingebied bij Overveen gefusilleerd en in massagraf begraven.
De verrader Markus werd in 1945 gearresteerd en kreeg een gevangenisstraf van achtien jaar opgelegd. In 1956 werd hij vrij gelaten.