top of page
Arend Cornelis Hijner

Arend Cornelis Hijner

Grafvak:

34

geboren: 12 oktober 1922 te Bergeijk
overleden: 7 januari 1945 te Limmen, 22 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: student scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 1

Wees getrouw tot den dood en ik zal u geven de kroon des levens

Achtergrond

Arend Hijner studeerde scheikunde in Amsterdam. In 1943 weigerde hij de loyaliteitsverklaring te tekenen, hetgeen de Duitsers van alle studenten eisten wilden zij verder kunnen studeren. Vervolgens dook hij onder.

Verzetsactiviteiten

Al in 1942 zocht Hijnen rond Sint Oedenrode onderduikadressen voor Joden en bracht hen over de grens. Als student in Amsterdam vervaardigde hij met twee handpersen en ruim 250 deels zelfgemaakte stempels veel illegale papieren voor onderduikers, zoals Ausweise en persoonsbewijzen. Hierbij werkte hij samen met falsificatiegroepen in Amsterdam en Den Haag.


Als lid van de Raad van Verzet, een landelijke koepelorganisatie van het verzet, richtte hij eind 1943 knokploegen op in Haarlem, Brabant en de Achterhoek en nam deel aan enkele overvallen. Ook was hij betrokken bij het drukken van illegale bladen als Vrij Nederland en Trouw en initieerde de eenmalige uitgave van de illegale Haarlemsche Courant op 6 juni 1944.


Medio juli 1944 werd hij bij toeval door twee Landwachters (leden van een pro-Duitse Nederlandse paramilitaire organisatie) betrapt bij het drukken van valse papieren en gearresteerd. Twee maanden later werd hij bij vergissing vrijgelaten.


Hijner ging weer in het verzet en werd commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Haarlem. Hij vervoerde wapens, verrichtte spionagewerk en reisde driemaal naar het bevrijde zuiden.

Arrestatie en moord

Als gevolg van door marteling afgedwongen verraad van een verzetsman werd Hijnen met een tiental andere verzetsmensen in de woning van verzetsman De Geus in de vroege ochtend van 19 december 1944 gearresteerd. Tijdens het transport naar het Huis van Bewaring in Amsterdam wist hij uit de overvalwagen te ontsnappen. Na een korte achtervolging werd hij neergeschoten en gewond alsnog meegenomen.


Op 7 januari 1945 werd hij in Limmen met negen anderen doodgeschoten als represaille voor het doden van een Duitse dienstplichtige soldaat door het verzet. De tien lichamen werden in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.

bottom of page