Abraham Bronkhorst
Grafvak:
12
geboren: 18 juni 1886 in Nijmegen
overleden: 15 augustus 1944 in het duingebied bij Overveen, 58 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: directeur van een importzaak in Den Haag
geloof: joods
vindplaats: gedenksteen 4
Want vreemden steken ’t hoofd omhoog tot mijn verderf. Psalm 54
Achtergrond
Abraham Bronkhorst was Joods en woonde in Den Haag. Hij was directeur van de Nederlandse vestiging van de Engelse fabrikant van springveren Herbert Terry & Sons Ltd. en alleenvertegenwoordiger van het sigarettenmerk Dunhill.
Verzetsactiviteiten
Op 30 oktober 1940 werd Bronkhorst wegens zijn anti-Duitse houding opgepakt. Tot 14 januari 1941 zat hij gevangen in het zogenaamde Oranjehotel in Scheveningen. Toen werd hij met een schilderij vrijgekocht.
Op 26 september 1942 werd hij, nu als Jood, voor de tweede maal gearresteerd en naar Kamp Westerbork vervoerd, het doorgangskamp voor Joden, zigeuners en homoseksuelen naar de vernietigingskampen in Duitsland en Polen.
Twee dagen na aankomst ontsnapte hij en dook onder bij zijn gemengd-gehuwde dochter in Den Haag. Omdat hier een half jaar later een huiszoeking plaats vond, dook hij uit veiligheidsoverwegingen elders onder. Zijn vrouw was inmiddels in het vernietigingskamp Auschwitz om het leven gekomen.
In september 1943 moest hij halsoverkop dit tweede onderduikadres verlaten, omdat een neef van de vrouw die hem onderdak bood, was gearresteerd.
Arrestatie en moord
In juni 1944 werd Bronkhorst in Amsterdam gearresteerd en opnieuw naar Kamp Westerbork afgevoerd. Hier werd hij als ‘vluchtgevaarlijk’ opgesloten in de strafcel van het kamp.
Tijdens een uitbraakpoging met twee medegevangenen door een uitgezaagde luchtkoker werd hij gesnapt. Via het Huis van Bewaring in Assen werden zij overgebracht naar Amsterdam. Op 15 augustus 1944 werd Bronkhorst met degenen met wie hij had geprobeerd te ontsnappen en twee andere Joodse mannen uit Kamp Westerbork in de duinen bij Overveen gefusilleerd en begraven.