top of page
Simon Klein

Simon Klein

Grafvak:

40

geboren: 4 juni 1904 in Amersfoort
overleden: 10 of 11 maart 1941 in Den Haag, 36 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: handelaar in tweedehands boeken in Utrecht
geloof: joods
vindplaats: urn met as aangetroffen op het crematorium te Driehuis-Westerveld

Dat zijn de zaaiers van het zaad, dat is de daad

Achtergrond

Simon Klein had in 1924 zijn dienstplicht gedaan. In Utrecht was hij voor de oorlog een bekend bokser. In augustus 1939 werd hij in verband met de gespannen internationale situatie gemobiliseerd. Tijdens de Duitse inval in de meidagen van 1940 vocht hij op de Grebbeberg.

Al spoedig na de bezetting hield Klein zich bezig met het in kaart brengen van Duitse militaire objecten. Hij stond daarbij in rechtstreekse verbinding met de Engelse geheime dienst, hetgeen hij zowel aan familieleden als goede bekenden vertelde.

Na een anonieme waarschuwing te hebben ontvangen dat hij in Utrecht gevaar liep, verhuisde hij begin 1941 naar Amersfoort.

Na terugkeer in zijn woonplaats Utrecht hervatte hij zijn, vooral op studenten gerichte, handel in tweedehands boeken.

Verzetsactiviteiten

Al spoedig na de bezetting hield Klein zich bezig met het in kaart brengen van Duitse militaire objecten. Hij stond daarbij in rechtstreekse verbinding met de Engelse geheime dienst, hetgeen hij zowel aan familieleden als goede bekenden vertelde.


Na een anonieme waarschuwing te hebben ontvangen dat hij in Utrecht gevaar liep, verhuisde hij begin 1941 naar Amersfoort.

Arrestatie en moord

Hoe Klein vermoord werd, is nooit duidelijk geworden. Bekend is dat hij op 10 maart 1941 in Den Haag een bespreking had die in verband zou hebben gestaan met zijn illegale werk. Met wie en waar is onbekend. De volgende dag werd zijn familie in kennis gesteld van zijn overlijden. Mogelijk is Klein bij een verhoor door de bezetter dusdanig gemarteld, of heeft zich als oud-bokser zodanig verweerd, dat hij is overleden.


Zijn lichaam werd op bevel van de bezetter in het crematorium in Driehuis-Westerveld verast. Op 27 november 1948 werd de urn herbegraven op de Eerebegraafplaats.


Zijn Joodse moeder, vrouw en twee dochters (acht en tien jaar) kwamen om in de Duitse vernietigingskampen.

bottom of page