top of page
Otto Paul Vrolijk

Otto Paul Vrolijk

Grafvak:

34

geboren: 16 november 1918 in Buitenzorg op Java, Nederlands-Indië
overleden: 7 januari 1945 in Limmen, 26 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: korporaal en ambtenaar bij Centraal Beheer in Amsterdam
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 1

Hij heeft den goeden strijd gestreden

Achtergrond

Otto Vrolijk was tijdens de Duitse inval in mei 1940 korporaal in het Nederlandse leger. Na de capitulatie werd hij enige tijd tewerkgesteld in de Opbouwdienst en Nederlandse Arbeidsdienst (NAD). De Opbouwdienst was door de Duitsers opgezet om de na de capitulatie werkloze Nederlandse militairen in te zetten bij herstel van de oorlogsschade. De NAD was de opvolger van de Opbouwdienst en had tot doel het Nederlandse volk op te voeden in het nationaalsocialistische gedachtegoed.


Na deze verplichte tewerkstellingen werd Vrolijk ambtenaar bij de verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer. In april 1943 verplichtte de bezetter Nederlandse oud-militairen zich te laten terugvoeren in Duitse krijgsgevangenschap. Vrolijk weigerde dit en dook onder.

Verzetsactiviteiten

Vrolijk verrichtte van april 1943 tot augustus 1944 illegaal werk. Hij deed dit eerst in een eigen verzetsgroepje, later als lid van de Ordedienst (OD). De OD was een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen.


In Amsterdam was hij betrokken bij de hulp aan onderduikers, het oprichten van OD-ploegen en het inschakelen en instrueren van studentes als koerierster en eerstehulpverleenster.


In september 1944 werd hij pelotonscommandant bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij vervoerde wapens, gaf wapeninstructie en, zijn ‘specialiteit’, maakte de bezetter wapens en rijwielen afhandig. Met twee anderen pleegde hij een geslaagde overval op een levensmiddelendepot van de Duitse Marine in Amsterdam.

Arrestatie en moord

Op 16 december 1944 werden twee verzetsmannen die connecties hadden met Pallas tijdens een spionagetocht bij Barneveld gearresteerd. Pallas was een studentendispuutshuis in Amsterdam waar sinds september 1944 veel verzetsmensen bijeen kwamen en er ook wel overnachtten. Er lagen ook wapens opgeslagen.


Tijdens zware verhoren, waarbij gemarteld werd, sloeg een van verzetsmannen door en gaf informatie over Pallas en de sleutel van het huis. Als gevolg hiervan werden op de vroege ochtend van 19 december alle in Pallas aanwezigen, onder wie Vrolijk, door de Sicherheitspolizei gearresteerd.


Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Vrolijk trachtte tijdens de verhoren alle schuld van de gevonden wapens op zich te nemen. Hierbij wist hij zijn relaties met de Binnenlandse Strijdkrachten te verzwijgen. Alle gearresteerden werden op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 7 januari 1945 werd Vrolijk met negen andere verzetsmensen, onder wie medegearresteerden, in Limmen doodgeschoten als represaille voor het doden van een Duitse dienstplichtige soldaat door het verzet. De tien lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.

bottom of page