top of page
Johannes Lodder

Johannes Lodder

Grafvak:

37

geboren: 27 maart 1918 in Ridderkerk
overleden: 8 maart 1945 in Amsterdam, 26 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: wachtmeester van de marechaussee in Wervershoof
geloof: gereformeerd
vindplaats: gedenksteen 3

Hij streed voor zijn vaderland en stierf voor zijn Christus

Achtergrond

Johannes Lodder was als wachtmeester van de marechaussee bij de brigade Medemblik gestationeerd in Wervershoof.

Verzetsactiviteiten

Lodder trachtte als wachtmeester de maatregelen van de bezetter zoveel mogelijk te saboteren, daarbij rekening houdend met passieve en ‘foute’ collega’s. Hij was aangesloten bij de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie, die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. In mei 1944 werd hij ook lid van de afdeling in Wervershoof van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Deze stond onder leiding van zijn buurman Langedijk.


In marechaussee-uniform vervoerde Lodder bonkaarten, persoonsbewijzen en, in spertijd, als niemand op straat mocht komen, onderduikers. Daarnaast zorgde hij ervoor dat de LO-leiding veilig kon vergaderen. Goederen die hij als marechaussee tijdens voorraadcontroles bij handelaren en boeren in beslag moest nemen, werden zo mogelijk ter beschikking gesteld aan burgers en onderduikers.


In zijn woning in Wervershoof was de luisterpost gevestigd van het plaatselijke illegale blad De Nieuwspomp, dat ook bekend stond onder de naam Pijpje Drop. Het blad werd bij hem ook samengesteld en getikt.


Bij de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) in Wervershoof werd hij leider van het strijdend gedeelte. Hij gaf thuis en op weilanden theoretische en praktische wapeninstructie aan andere BS’ers.

Arrestatie en moord

Op 25 januari 1945 werd een groot deel van de illegale organisatie in Wervershoof opgerold als gevolg van verraad, vermoedelijk door de oudste dochter van de lokale kruidenier. Lodder en ook Langedijk werden in de ochtend door de Grüne Polizei gearresteerd en overgebracht naar Medemblik. Enkele weken later werden zij vervoerd naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 8 maart werden zij als represaille voor de -overigens onbedoelde - aanslag op de Höhere SS- und Polizeiführer in Nederland Rauter met 51 andere mannen bij de Amsteldijk gefusilleerd. Hun lichamen werden op bevel van de Duitsers provisorisch in massagraven begraven in de duinen bij Overveen.

bottom of page