top of page
Willem Johan Cornelis Arondeus

Willem Johan Cornelis Arondeus

Grafvak:

18

geboren: 22 augustus 1894 te Naarden
overleden: 1 juli 1943 in het duingebied bij Overveen, 48 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: kunstschilder/tekenaar/lithograaf/ontwerper en schrijver
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5

Zulk een dood overtreft het leven

Achtergrond

Willem Arondeus was een kunstenaar die openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkwam. Hij was goed bevriend met de dichter Roland Holst, die hem steeds inspireerde. Arondeus was een veelzijdig kunstenaar die zowel schilderde als grafisch en illustratief werk deed en tapijtweven. Hij kreeg grote opdrachten, onder meer van de Provincie Noord-Holland. Vanaf 1935 legde hij zich toe op het schrijven. In 1938 en 1939 publiceerde hij zijn eerste romans en een biografie van de schilder Matthijs Maris.

Verzetsactiviteiten

In 1941 begon hij met de uitgave van de Brandarisbrieven. Dit waren illegale pamfletten waarin hij kunstenaars opriep zich door ‘boycot, geestelijke sabotage en lijdelijk verzet’ te verweren tegen het nationaalsocialisme en de Kultuurkamer. Hier moesten alle kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten zich bij aansluiten, wilden zij hun beroep kunnen blijven uitoefenen.


Arondeus behoorde tot de kern van de Persoonsbewijzencentrale (PBC) die zich bezighield met het namaken van persoonsbewijzen en het verspreiden daarvan. Omdat deze namaak bij controle met de persoonskaarten uit het bevolkingsregister aan het licht zou komen, werd besloten een bomaanslag te plegen op het Bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam. Arondeus was één van de voornaamste organisatoren van deze aanslag die op 27 maart 1943 plaats vond.

Arrestatie en moord

Als gevolg van loslippigheid van een medewerker werd Arondeus op 1 april 1943, als eerste van de groep die betrokken was bij de aanslag op het Bevolkingsregister, gearresteerd. In juni 1943 werd hij door een SS- und Polizeigericht samen met 11 andere verzetsmensen die aan de aanslag op het Bevolkingsregister hadden deel genomen - in zijn woorden: als homo niet minder moedig dan anderen - ter dood veroordeeld. In de gevangenis schreef hij in zijn laatste brief aan een vriendin: Er is alleen maar de verwondering omdat het zo licht is om in liefde van het leven te scheiden, zoo blij is om, wat je achterlaat, zonder bitterheid te kunnen gedenken.


Op 1 juli 1943 werden zij gefusilleerd in de duinen bij Overveen en in een massagraf begraven.

bottom of page