top of page
Pieter Franciscus Brittijn

Pieter Franciscus Brittijn

Grafvak:

3

geboren: 17 maart 1902 te Utrecht
overleden: 12 maart 1945 te Amsterdam, 42 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: boekhouder te Medemblik
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: gedenksteen 3

Res. kap. 8 R.I. Den vaderland getrouwe bleef hij tot in den dood

Achtergrond

Pieter Brittijn vocht in mei 1940 als reserve-kapitein op de Grebbeberg. Na de capitulatie hervatte hij zijn werk als bedrijfsboekhouder bij het Provinciaal Ziekenhuis in Medemblik.


Als plaatselijk secretaris van de Nederlandse Unie werd hij lid van het Medemblikse Comité. De Unie was opgericht als tegenhanger van de NSB en wilde in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten een harmonische en sociaal rechtvaardige maatschappij opbouwen op basis van nationale samenwerking.

Verzetsactiviteiten

Na het verbod van de Unie ging Brittijn illegale bladen verspreiden, zoals Vrij Nederland, Het Parool, Je Maintiendrai en Trouw. Door de spoorwegstaking waren deze landelijke bladen moeilijker te bemachtigen in West-Friesland. Brittijn raakte nu betrokken bij de uitgave van het plaatselijke illegale blad De Vrije Stem. Ook verspreidde hij berichten van Radio Eindhoven onder het personeel van het ziekenhuis.


Sinds 1942 verleende Brittijn hulp aan (Joodse) onderduikers. Hij zocht onderduikadressen, bezorgde bonkaarten en geld en verleende onderdak aan een van hen. Later werd hij in Medemblik waarnemend leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en hoofd van het Nationaal Steunfonds., dat het verzet en slachtoffers van de oorlog financieel ondersteunde.


Ook wijdde hij zich aan de organisatie van de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Vele malen vergaderde het verzet in zijn woning.

Arrestatie en moord

Op 20 januari 1945 werd Brittijn voor de eerste maal gearresteerd, maar vijf dagen later vrijgelaten. Op 14 februari 1945 arresteerde de Sicherheitspolizei hem opnieuw. Hij werd gevangen gezet in het Huis van bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten opgenomen die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.


Op 12 maart werd Brittijn samen met 29 andere verzetsmensen in Amsterdam bij het Eerste Weteringplantsoen doodgeschoten. De fusillade was een represaille voor de moord op Ernst Wehner, Kriminaloberassistent bij het Einsatzkommando Amsterdam. De lichamen van de 30 gefusilleerden werden provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.

bottom of page