top of page
Dionisius Remiëns

Dionisius Remiëns

Grafvak:

33

geboren: 6 september 1919 in Schoorl
overleden: 1 oktober 1943 in het duingebied bij Overveen, 24 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: pikeur in Laren
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5

Hier rust onze lieve zoon en broer. Hij viel voor de vrijheid

Achtergrond

Dio Remiëns was als pikeur werkzaam bij manege Danzig in Laren en woonde in Blaricum. In 1942 dook hij onder in Amsterdam, vermoedelijk om aan de arbeidsinzet te ontkomen.

Verzetsactiviteiten

In Amsterdam ondergedoken werd Remiëns actief in de Persoonsbewijzencentrale (PBC) die zich bezig hield met het vervalsen van persoonsbewijzen voor onderduikers. Ook werd hij lid van de Amsterdamse verzetsgroep CS-6. Hij stichtte brand in onder meer een opslagplaats van stro van de Duitse Wehrmacht en in de Arbeidsbeurs in Amsterdam.


Remiëns en zijn vriendin, die ook voor de PBC werkte, deelden een woning met verzetsman Koreman en zijn echtgenote aan de Prinsengracht in Amsterdam. Op 27 maart 1943 lag hier de basis voor de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister. De benodigde explosieven en brandmiddelen werden van hieruit vervoerd.


Om levensmiddelen, kleding, geld en persoonsbewijzen te krijgen, deed Remiëns in het voorjaar van 1943 mee aan een aantal ‘huiszoekingen’ bij pro-Duitse inwoners in het Gooi. Ook was hij betrokken bij overvallen en sabotage. In maart en mei 1943 pleegde hij sabotage aan spoorlijnen. Eind juni 1943 overviel hij in Lage Vuursche een transport van distributiebescheiden.

Arrestatie en moord

Na verraad door een informant van de Sicherheitspolizei uit Soest werd Remiëns in juli 1943 samen met zijn vriendin in Abcoude gearresteerd. Hij was in het bezit van twee pistolen, hetgeen voldoende reden was om de doodstraf te krijgen.


Ondanks dat hij namen van verzetscollega’s genoemd zou hebben, om zijn eigen leven te redden, werd hij door een Polizeistandgericht met onder meer de door hem genoemde personen ter dood veroordeeld. Op 1 oktober 1943 fusilleerden de Duitsers hem met achttien andere leden van de opgerolde verzetsgroep CS-6 in de duinen bij Overveen. Hun lichamen werden in een massagraf begraven.


Zijn vriendin werd naar concentratiekamp Sachsenhausen gebracht, waar zij in de late herfst van 1943 werd doodgeschoten.

bottom of page